'Lang haar zou jou leuker staan.' We zaten op smalle circusbankjes te wachten tot De kale zangeres zou beginnen en de regen roffelde op het tentdak. 'Alles aan jou is stoer, je mag het vrouwelijke wat meer benadrukken.' Hem had ik wel zien binnenkomen, de veertiger die nu aan het woord was. De vrouw die niet vrouwelijk genoeg was, moest recht achter me zitten, haar knieën tegen mijn rug. Uit de boxen galmde een kakofonie van kerkklokken en pendules, waarin haar antwoord verloren ging. Ik stelde me voor hoe ze naar dit eerste afspraakje had uitgekeken en wat een goed idee het haar had geleken om naar de Parade te gaan. Het was een waterdicht plan: ze hadden in ieder geval de voorstellingen om over te praten, daardoor konden ze elkaar beter leren kennen en als het niet klikte, nou ja, dan had ze toch mooi haar portie cultuur gehad. Omdat er regen was voorspeld, had ze schoenen aangetrokken die vies mochten worden. De stem van de man kwam wél boven de klokken uit. 'Je zou je nagels iets langer moeten laten groeien. Niet te lang, maar met zo'n wit randje. En dan rond afvijlen.' Hij zat vol goede adviezen. Na de voorstelling zag ik hen weglopen; zij met rode vlekken in het gezicht. Ik had ook een goed advies voor haar, maar hield het voor me. 'Nou, dat was tien euro weggegooid', recenseerde een medebezoeker het stuk.
Copyright © Heidi Aalbrecht, Leiden